Landsmeer Open – dag 5

Alweer de vijfde speeldag van het Landsmeer open. Het begint te wennen en achter de toernooi tafel begint het te lopen. Daar verschijnt opeens Mark Uijterwijk die al serdert het begin van het digitaal geregelde toernooi op gezette tijden achter de tafel zit. Op de baan staan Sander Collewijn en Wouter Moons. Ze gaan beginnen aan de tweede set. En na hen staan Camiel Oppenhuis en Tom van den Oever gepland, beiden komen uit de kweektuin van Heb Durf.
Het is voortreffelijk weer voor een avondje tennis en het terras is volgepakt en produceert een gezellig geroezemoes en af en toe een schaterlach.
Maar eerst iets anders. Ik sprak dinsdagavond Bjarne van Vlaanderen die qua ranking echt wel kan tennissen en op Heb Durf competitie speelde en trainer was. Bijna buiten het zicht van iedereen stond hij een racket te bespannen in ons clubhuis. Terwijl hij de snaren door het racket rijgde ontspon zich een gesprek over het huidige toptennis waar ik ooit een grote bewonderaar van was maar, misschien met het klimmen der jaren, steeds kritischer naar kijk. Toptennis heeft natuurlijk een voorbeeldfunctie voor onze jeugd.
Het huidige mannen- en vrouwen tennis is steeds meer een zaak van elkaar uitputten geworden en steeds minder een spel. Je zou het zelfs een verdienmodel kunnen noemen. Je moet vroeg in kindspelers investeren, dat zie je toch keer op keer als de achtergronden van topspelers belicht worden. En dan moet er van alles mee: ze gaan naar het krachthonk, voeren hun conditie buitenproportioneel op enz enz. Radukanu, een meisje van nu 19, won vorig jaar geheel onverwacht de US Open. Het gaat nu minder met haar tennisprestaties en verliest vaker in de eerste of tweede ronde. De BBC commentator John Lloyd begint dan meteen te roepen dat ze sterker moet worden en naar het krachthonk moet. Daar wordt ik niet goed van. En Bjarne had het over de hardcourtbanen in de USA die ervoor zorgt dat alle spelers daar ingetaped de baan opgaan. Aanslagen op het lichaam.
Bjarne en schrijver deze hadden het over Dominique Thiem. Ik zag hem ooit samen met Winfred Martens vrolijk en vrij dartelen over een bijbaan in de Ahoy tijdens het ABN Amro. Het was een stevig, soepel bewegend 19 jarig mannetje dat Winfred en ik daar zagen spelen. En nu… hij won de US Open, OK, maar als een stijvere man met gespierde gespierde bovenbenen en een pols waar hij na de US Open steeds meer last van kreeg en waar van alles aan gedaan is, maar nog niet goed gekomen is, volgens Bjarne. Steeds meer gaan sommigen Nadal imiteren.
Het gaat hier om overbelasting en burnout, daar waren Bjarne en ik het  over eens en wat overigens in onze hele maatschappij schering in inslag is volgens mij.
Ik zou dan ook mbt het komende Landsmeer Open 2023 willen pleiten voor het aantrekkelijker maken van de wedstrijden en het toernooi door de kans op partijen van 3 uur, waarvan we er al een paar zagen, te verkleinen. Dat is een kwestie van het telsysteem aanpassen.
Zo’n idee roept bij sommige mensen weerstanden op. ‘Dat is toch geen tennis’ en daarna gaan ze allerlei nadelen opnoemen.
Een ding is zeker: het toernooi wordt eerlijker: iemand die een partij van drie uur achter zich heeft is de volgende dag, of hij wil of niet, minder. Het is niet voor niets dat die topspelers ijsbaden nemen om herstel te bevorderen.
Een ander punt is dat de het toernooi zelf minder wachttijd oplevert. Neem nou gisteravond Peter Buwalda, waar ik een paar dagen geleden mee kennismaakte en een balletje sloeg. Hij stond om 21.15 gepland en ging rond 22.30 uur de baan op en speelde een driesetter tegen Frank Heethuis. Peter won: 4-6, 6-3, 7-5. Ik durf te wedden dat zij niet eerder dan een uur na middernacht van de baan kwamen. En Peter moest zijn column voor de Volkskrant nog schrijven, zo begreep ik van hem.
Wouter is een linkshandige speler met een onorthodoxe techniek. Zijn Forehand noemt Sanne Goedkoop een windmolenslag. Wouter, kortom, is een man die moeilijk ‘te lezen’ is voor de tegenstanders waardoor je de bal net iets later van zijn racket ziet komen. Daarbij is zijn beweeglijkheid en snelheid meer dan voldoende. Sander Collewijn, als eerste geplaatst, bemerkte dat, en hoewel de verwachtingen hoog gespannen waren na zijn overwinning op Marco de Vries moest hij zijn meerdere erkennen in Wouter. (6-3, 5-7,6-3). Sanders meer dan voortreffelijke dubbelhandige backhand die je ook nauwelijks ziet aankomen kon hij te weinig in stelling brengen. Of Sander nog onderhands serveerde zal ik hem nog vragen.
Daarna betraden Tom en Camiel de baan.’ Als dat geen driesetter wordt, dan weet ik het niet’ zullen de meeste van ons gedacht hebben. Een degelijke speler als Tom moet het van de langere rallys hebben.
Camiel had een plan. Wat er volgde was de moeite waard, prachtige hard en diep geslagen forehands en dubbelhandige backbands en enkelhandige slices van hoog niveau van beide heren met hier en daar een dropshot van Camiel. Camiel had vaker dan niet het tempo in handen. Een wedstrijd voor Camiel om in te lijsten. Hij speelde zo goed dat je dacht; ‘Dit houdt hij niet vol’, maar zo voorspoedig als hij aan de partij begon, zo voorspoedig eindigde deze voor Camiel: 6-3 , 6-0. Voor zo’n lekkere pot moet je je tegenstander echt bedanken. En wat was Camiel’s plan? Zo goed mogelijk gefocust zijn en Tom geen tijd gunnen.
Vanavond staan Wouter Moons en Marco de Vries tegenover elkaar om 18.45 en op dezelfde tijd Lisa Spaan en Camiel Oppenhuis tegen over Esther Hakvoort en Tim Struik.
We kunnen aan tafel met Rijsttafel van Toko Bali. Bonnetje betalen aan de bar € 9.50. Smullen maar.
Chris ter Brake
.
Top