Landsmeer Open 2024 – Dag 6

Donderdag 11 juli

Het zou een drukke avond worden. De toernooicommissie met Femke van Straten (toernooileider) en Richard de Vries, Martijn Herfkens, Sander van Schaik, Pim Bergman en Barbara Cerasuolo-Bakker hadden 33 partijen op het programma staan. Dat kon niet allemaal op Heb Durf. Dat werd druk puzzelen achter de wedstrijdtafel en natuurlijk digitaal. Er kon gelukkig uitgeweken naar clubs uit de buurt.

Toen ik om 23.00 uur het park verliet moesten er nog partijen de baan op. Hoe laat het geworden is dat hoor ik nog wel. Laat denk ik. Twee van de betere spelers van Heb Durf trokken vroeg in de avond veel publiek: Marco de Vries (baan 1) en Vincent Evers (baan 5). Het werden lange partijen. Vincent wint van Dick van Male (Kadoelen): 6-7, 7-5, 6-4 en Marco verliest van Nils Swidde (Neckslag): 6-7, 5-7. Aansluitend wint Marco met Camiel Oppenhuis van Joey Barends en Rick Hoevenberg (Anonymus): 6-3 en 7-6. Camiel en Marco zullen niet meteen de slaap hebben kunnen vatten vannacht. Twee pittige wedstrijden op 1 avond voor zowel Marco als Camiel. Dat kan je reserves aantasten, zoals wielrenners zeggen. Wat een energie straalde er van hun tennis af. Vooral in die dubbel. Fraai.

Dat tennis een zeer rijke geschiedenis heeft (ook in Nederland) weet niet iedereen. Waarschijnlijk werd het eerste tennis op de binnenplaats van een kloostermuren gespeeld door monniken in Frankrijk in de middelleeuwen. Zij verveelden zich kennelijk en begonnen met zelfgemaakte balletjes te gooien. Jeu de Paume noemden ze het.
Ze spraken af dat de eerste bal van het spel door een speler op het schuine dak van het klooster geworpen moest worden. De bal rolde dan van het dak af en moest daarna door de ander met blote hand teruggeslagen worden tegen de muur. Die eerste bal noemen wij nog steeds de ‘service’ en doet tegenwoordig met slagen van meer dan 200 km per uur de naam ’service’ weinig of geen eer aan.

Later werd het de monniken door hun superieuren verboden het spel te spelen. Ze raakten eraan verslaafd en kwamen niet meer aan bidden en andere taken toe.
Het spel kwam naar Nederland en heette ‘kaatsen’ en was in eerste instantie hier een ‘indoor’ aangelegenheid. Overal kwamen kaatsbanen. We kennen het woord ‘ballroom’. Dat was oorspronkelijk een kaatsbaan. Toen kaatsen haar populariteit verloor werden de leeggekomen ‘ballrooms’ spoedig gebruikt voor dansfeesten.
In 1874, nog maar 150 jaar geleden, vroeg Major Walter Wingfield patent aan op een spel dat hij ‘sphairistike’ of ‘lawn tennis’ noemde. Je kon een doos met tennisspullen inclusief instructies en spelregels kopen en met die spullen een baan uitzetten op een van de kortgeschoren Engelse ‘lawns’ waar al ‘croquet’ op gespeeld werd. Het was een vervolg op het tennis (Engeland) / jeu de paume (Frankrijk, Spanje) / kaatsen (Nederland) dat ondertussen overal in Europa indoor gespeeld werd. Alleen nu had de Major het spel aangepast voor buiten.

Een paar jaar later, 1877, werden de eerste Nationale Kampioenschappen van Engeland, jawel, op Wimbledon gespeeld.
Er waren 22 deelnemers waarvan de meesten niet echt op winnen uit waren. Het compliment ’Jolly good stroke’ was niet van de lucht.
Spencer Gore dacht daar anders over. Hij had ontdekt dat het makkelijker was om naar het net te gaan en de bal in zijn vlucht te slaan zonder dat deze op de grond kwam. De volley was geboren. Deze manier van spelen leidde tot heftige discussies. Iedereen vond dat deze volleyslag verboden moest worden. De wedstrijdleiding bezweek niet en handhaafde de regels van Major Wingfield.
Het jaar daarop verdedigde Gore zijn titel in de Wimbledon finale. Frank Hadow was zijn tegenstander. Frank had een verrassing voor Spencer. Als deze naar het net kwam sloeg hij de bal OVER Spencer heen. Dat was de lob en zo verloor Spencer zijn titel aan Frank.

Veel plezier vanavond en gun de ander aan de andere kant van het net een ‘goeie bal’  of een ‘Jolly good stroke’.
Met een beetje geluk blijft het vanavond tevens de feestavond droog en wordt het gezellig.

Chris ter Brake

Uit ‘Heeft iemant lust met bal of reket te spelen….?’ Van Cees de Bondt.
En ‘Sporting Gentlemen’, van E.Digby Baltzell.

Top