Verschillende weersomstandigheden: wat te doen met de banen?
Voorop staat… je baan slepen nadat je getennist hebt, zou moeten zijn als de wc doorspoelen na je bezoek ;-) Het is vanzelfsprekend en wel zo netjes voor de volgende spelers.
Dus ook ná de laatste tennisles van een een dag, een potje vrijspelen of een competitiewedstrijd. Dit geldt voor zowel de volwassenen maar ook voor de jeugdleden.
Nu het seizoen weer begint rijst ook altijd weer de vraag hoe om te gaan met de tennisbanen. Kan er nu wel of niet gespeeld worden en moeten we wel of niet slepen. Hieronder een korte uitleg die je hopelijk iets meer inzicht geeft.
Regen
De banen mogen niet bespeeld worden wanneer zich na regen plasvorming heeft voorgedaan. Er moet gewacht geworden totdat de plassen zijn verdwenen.
Slepen
We krijgen geregeld vragen wanneer nou wel of niet de baan te slepen?
En wat is de beste manier om te slepen?
NIET slepen
-> Als de baan nat is door regen of gewoon heel erg vochtig is.
Als je met een sleepnet over de natte banen sleept dan wordt er heel veel van het infill materiaal meegenomen. En dan wordt de baan dus kaal.
HOE slepen
De beste manier om te slepen is om eigenlijk een rondje te slepen. Je begint dan bij het hek, aan de buitenkant, en dan ga je zo in rondjes draaien zodat je uiteindelijk in het midden van de baan eindigt.
Dit doe je uiteraard alleen als het droog is na de training of wedstrijd. Maar zodra het regent, niet slepen!
We proberen iedereen, indien we de baan vanwege de weersomstandigheden moeten sluiten, zo snel mogelijk op de hoogte te stellen via mail en een push bericht via de app. Ook communiceren we via social media. Maar mocht je twijfelen of de banen bespeelbaar zijn dan kun je het bestuur of de baancommissaris Hans van der Sloot ook altijd even contacten!
Vorst
Bij vorst zijn alle baantypen in principe bespeelbaar. Je kunt geen directe schade aanbrengen aan de toplaag. Het ligt voor de hand dat banen bij vorst wel harder en gladder zijn, met alle nadelen en risico’s van dien.
Opdooi
Opdooi is de grootste vijand van tennisbanen in de winter. Veel tennisbanen in Nederland zijn aangelegd op een fundatie van lava. Als water in de lavafundatie bevriest, neemt de dichtheid af en het volume sterk toe. Gevolg is dat de lavakorrels letterlijk omhoog komen. De fundatie zet als het ware uit. Als het bevroren water in de fundatie vervolgens gaat smelten, is er sprake van zogenoemde opdooi. De uitgezette massa verliest zijn stabiliteit. Het water dient op een natuurlijke wijze weer terug te zakken in de originele staat. Is er nog deels vorst aanwezig in de lavalaag, dan zullen bij betreding en bespeling van de tennisbanen de lavakorrels worden weggedrukt. Dit is vergelijkbaar met voetstappen in het zand.
Het gevaar om de banen te snel in gebruik te willen nemen, loert vooral bij de kunstgras systemen, omdat het fenomeen opdooi minder goed zichtbaar is dan bijvoorbeeld op gravel. Aan het oppervlak kun je het niet zien, waardoor het idee kan bestaan dat de banen probleemloos bespeelbaar zijn. Bespeling kan in dat geval onder meer leiden tot kleine kuiltjes in de baan die een negatief effect hebben op het bal stuitgedag.
Vanwege de slecht zichtbare effecten van opdooi, is het vooral bij onze banen goed de bespeelbaarheid te controleren. Als de lavafundatie nog niet in zijn geheel is teruggezakt, merk je bij betreding van de baan dat de kunstgrasmat licht wordt ingedrukt. Alsof er lucht zit tussen de mat en de fundatie. Hoor je tijdens het lopen een hol geluid, dan zijn de banen nog niet bespeelbaar. De stuit van een bal kan overigens ook zekerheid bieden. Een vallende bal op een baan met opdooi zal nauwelijks opstuiten.
Sneeuw
En dan zijn er natuurlijk de meer zichtbare effecten van winterweer zoals vorst en sneeuw. Indien er sneeuw op de banen ligt, is het zowel op gravel als op zand ingestrooid kunstgras niet verstandig dit zomaar weg te schuiven. Bij rood zand ingestrooid kunstgras kunnen de kunststof vezels beschadigen en wordt met de sneeuw ook veel instrooimateriaal (infill) verwijderd. Dit beïnvloedt de speeleigenschappen en wellicht zelfs de levensduur van de banen.